VOLG HIER DE REIS DAG PER DAG
Ellen Meulenveld maakt de reis al voor de derde keer, samen met Jan Huizinga. Ellen zet zich al jaren in voor Go for Africa en voor haar eigen project: Gamrupa. Tijdens de reis doet Ellen dagelijks verslag van de avonturen onderweg. Op deze pagina wordt dagelijks de route van groep rood gevolgd met een verslag van Ellen.
Volg de reis, klik hier
Dag 22 Zondag 3 maart 2019
Ik heb half goed geslapen maar Jan heeft geslapen als een blok. Ik zet snel alle zorgelijkheid van me af en dus kunnen we er weer tegenaan. We kunnen lekker rustig aan doen want we hoeven pas om 10.00 uur te vertrekken. Rustig ontbijten en de koffer voor het laatst inpakken. De kamer betalen en wat we verteerd hebben natuurlijk. Sommige studenten krijgen een rekening die veel te hoog is. Er kan van alles gebeuren met het noteren van de drank tijdens de avond en ook nu is dat weer gebeurd. Het wordt genoteerd op team nummer maar soms halen de dames achter de bar nog wel eens wat door elkaar volgens mij. Volgend jaar kaartjes maken per team en dan als je iets besteld dat erop laten zetten is denk ik de beste methode om dit soort van dingen te voorkomen.
Nog even de auto inpakken en we zijn klaar voor vertrek. Natuurlijk hebben sommige teams wat meer moeite om op tijd klaar te staan en dus is het uiteindelijke vertrek om 10.30 uur. Precies op tijd, oordeelt Jan met onverholen plezier, dit is exact de tijd dat ik wilde wegrijden. Heb je goed gedaan om te zeggen dat we om 10 uur zouden vertrekken dus, constateer ik en we lachen natuurlijk weer hartelijk samen hierom.
Vannacht heb ik steeds nare dromen gehad en ik blijf me gespannen voelen maar kan niet aanwijzen wat er precies niet goed zou kunnen zijn. Bij het opdraaien van de grote weg is er wat stagnatie. Jan en ik rijden als bezemwagen maar nu rijdt hij naar voren om te zien wat er aan de hand is. Gelukkig niks ergs dus kunnen we al snel weer door. Het gaat voorspoedig tot de brug bij Kalagi. Daar zit een van de jongens te fotograferen en zegt tegen de bestuurder dat hij NU eens moet kijken zo mooi als het is. De bestuurder kijkt en ziet daarom niet dat zijn voorganger op de rem moet omdat de hele stoet stil moet gaan staan bij een politiepost. Er is een botsing en iedereen schrikt. In eerste instantie lijkt er alleen materiele en bestuurderstrots schade. De kapotte auto wordt op sleeptouw genomen en de bijrijder is in een andere auto is gestapt. We rijden weer verder. Niet veel later klinkt er een bezorgd bericht door de luidspreker. Of iemand van de verpleegkundige kant naar de auto waar de bijrijder in is gestapt wil komen want de jongen wordt heel flauwtjes en er zal even naar gekeken moeten worden.

De student wordt adequaat behandeld door de verpleegkundigen Jan Kamminga en Jos Bevers en in het Bendula busje op bed gelegd. Het lijkt allemaal mee te vallen maar als de hartslag van de jongen omhoog gaat is het besluit gemakkelijk te maken om toch even bij een ziekenhuis in Bwiam niet ver daarvandaan aan te gaan. De Bendula bus en wij rijden het terrein op. De rest blijft buiten staan wachten. Er kan gelukkig worden geconstateerd dat alle functies werken maar het is nog wel even zorgelijk dat hij buiten bewustzijn is geraakt. Ik probeer iedereen op de hoogte te houden van nieuws via het bakkie maar er is weinig te melden natuurlijk.
Hersenschudding constateert de arts na hem grondig onderzocht te hebben. We geven hem een infuus met natrium en een met glucose dan zal het wel beter gaan. Ze willen hem wel ongeveer 3 uur ter observatie houden zodat ze zeker zijn dat er verder niks aan de hand is.
Dat lijkt een goed besluit maar iedereen die buiten staat te wachten staat in de volle zon en dat zou weer andere problemen met zich mee kunnen brengen dus besluit Jan dat er, in ieder geval, één team leiders van zijn eigen groep bij de jongen moet blijven en dat de rest dan verder kan rijden maar dat Jan wel steeds bereikbaar zal blijven voor de achterblijvers. Telefoonnummers worden ook uitgewisseld met Alhagie zodat er direct actie kan worden ondernomen bij eventuele calamiteiten.
Iedereen is bedrukt en stilletjes als we verder rijden. Een van de wagens heeft een lege accu gekregen door het lange wachten met de ventilator aan. Geen nood, we starten hem over en dan gaan we achter de rest van de groep aan. We zullen ze wel inhalen

Bij Brikama gebeurd dat natuurlijk ook. De auto die nu sleept moet toch even tanken wat natuurlijk heel begrijpelijk is en daardoor zie we elkaar weer. Nu zijn we bijna compleet en kunnen we toch als bijna volledige groep uiteindelijk doorrijden naar Tanji. Nog wel even de lange weg van Brikama naar Sanyang met al zijn “slapende politiemannen” rijden en dan langs de kust naar het noorden.
In Tanji worden we feestelijk onthaald door een grote menigte kinderen, volwassenen, vrienden, leraren en familieleden. De kinderen klimmen handig op de auto’s tot grote ergernis van mij want ze hebben geen enkel respect voor eigendommen van een ander (ook niet van henzelf trouwen) en kunnen maar zo de auto’s beschadigen. Maar een uitgelaten meute aan kinderen kun je niet zomaar even temmen dus laten we het maar zoveel mogelijk gebeuren.

De fanfare blaast een stukje en de dansgroep heeft deze keer een koorddanser meegebracht.
Het is feest voor iedereen. Gerrit is dolblij me weer te zien en we staan even te knuffelen voor ik oog heb voor de andere mensen die ons ook in komen halen. Het is fijn om weer in zijn grote berenarmen te verdwijnen en even te schuilen tegen de moeheid die nu hand over hand toeneemt.
We eten de lunch die we aangeboden krijgen door Go for Africa en ik drink een lekkere JulBrew. Er worden wat korte speeches gehouden en bij gekletst.
Niet heel veel later komt ook de wagen met de patiënt aangereden. Het is een grote opluchting voor iedereen dat hij mee mocht om zich bij ons te voegen. Hij moet nog wel rusten en in een donkere kamer blijven een paar dagen maar dan zal het weer helemaal goed komen.
We moeten natuurlijk nog wel de mooie nieuwe compound van Jan gaan bewonderen en ook de auto leegpakken want daar mag ik de komende drie weken in blijven rijden van Jan. Daar zijn we erg blij mee want in het kleine koekblikje van een auto dat ik hier heb kan hij maar moeilijk zitten om van eruit komen maar te zwijgen.
En zo zijn we aan het eind gekomen van een reis van ruim 7300 kilometer. We hebben bergen en dalen gezien en meegemaakt. Er zijn soms tranen gevloeid maar de lach heeft de boventoon gevoerd. En ja…. Ik zou het zo weer doen want het is een heerlijke onvergetelijke reis geweest.
Ik wens alle studenten een heel mooie en leerzame tijd toe die je als een van de mooiste gebeurtenissen in jullie geheugen gegrift zal zijn.
Jan, hartstikke bedankt dat ik mee mocht, als je weer een bijrijder nodig hebt houd ik me van harte aanbevolen, dan maken we er weer een totaal nieuw avontuur van.
En verder dank ik iedereen voor de hartelijkheid, de behulpzaamheid, het geduld en het vermogen te relativeren ook als het even wat minder ging.

Dag 21 Zaterdag 2 maart 2019

Het gebeurd me nooit maar vanmorgen heb ik me echt verslapen. Ik word om 6.14 uur wakker met een schok en ben helemaal ontdaan en de kluts kwijt als blijkt dat de wekker niet is afgegaan. Ik roep Jan en we kleden ons in rap tempo aan. Om 6.25 uur zitten we in de auto en rijden we naar de uitgang. Onderweg daar naartoe komen Bram en Symen ons al met beteuterde gezichten tegemoet. We zijn te laat, zeg ik natuurlijk me danig schuldig voelend. We hadden toch niet weg gekund, zegt Symen, de Suzuki is kapot. Kapot? Hoezo kapot! Het blijkt dat de jongens wel op tijd opgestaan zijn en alvast naar de uitgang waren gereden. De Suzuki-gang wilde keren en de chauffeur heeft toen een boompje in het donker niet opgemerkt. De achterdeur is ontzet en het achterraam aan diggelen. Gelukkig geen persoonlijke ongelukken alleen een hevig ontdaan stel. Niks aan te doen, mannen, zoiets gebeurd nou eenmaal. Het is een ongeluk en dat zit in een klein hoekje. Ja, dat vinden de anderen ook maar de chauffeur is echt van streek. Het probleem van de kapotte achterruit is verholpen met een stel vuilniszakken en gelukkig is de deur nog dicht te doen, dus alles bij elkaar nog een geluk bij een ongeluk.
We brengen de sleutel van de kamer weg, Jan betaald de rekening van een stel studenten die wel naar Lac Rose gegaan zijn en dan kunnen we op pad. Het gaat voorspoedig. We nemen niet de grote weg die veel langer is maar gaan tussendoor richting Touba, de meest Islamitische stad van Senegal en een bedevaartsoord.
Het is een schitterende weg. We kopen onderweg brood en eten dat op onder een grote Baobab boom. De jongens klimmen erin en Igor schrikt zich half dood als een grote roofvogel van zijn nest hoog in de boom wegvliegt. We koken water want dat is er vanmorgen natuurlijk bij in geschoten en drinken onze eerste bak koffie. Heerlijk is dat.
Als we in Touba aankomen zegt Jan over het bakkie dat we even niet mogen roken want dat is verboden in deze stad.
Er rijden mooi versierde ezel karretjes rond die hier de taxi’s zijn. De tomtom geeft aan dat we over 50 mtr rechts af moeten maar Jan zegt dat het we vaker voorkomt dat we een stukje naast de weg rijden dus maakt het niet uit. Het is een schitterende weg langs dorpen die niet op de kaart lijken te staan. Ik zoek me rot maar kan geen van allen vinden. Op enig moment houdt de weg er pardoes mee op. De weg is gewoon weg en gaat over in een piste.
Dan de Iphone maar eens raadplegen. Het blijkt dat weg heel ver van de weg die we hadden moeten hebben afgedwaald zijn. Niet zo heel erg want deze weg is ook mooi maar wel een heel eind om.
Goed dat buurman en buurman er niet bij zijn want het gemopper zou niet van de lucht geweest zijn.
Kortom, we hebben ons dus verreden maar komen daardoor wel op een prachtig nieuwe snelweg (tolweg) terecht die ons weer op het goede spoor brengt.
Daarna is het appeltje eitje, we komen door Kaolack, een zeer grote plaats waar ik door het bakkie heen hoor dat de Mercedes niet kan volgen omdat er een vrachtwagen zomaar de straat op stak en nu alles vastgezet heeft. Hij staat erachter en kan niet door rijden. Niks aan de hand, gewoon weg blijven volgen maar ik kan niet op dat moment stoppen omdat we net over een heel drukke markt rijden. Even na de markt vind ik een stukje waar wij en de andere wagens even kunnen staan en dus wachten we op de Mercedes.
We rijden weer en komen door het mistroostige plaatsje Nioro du Rip, het is de pleisterplaat waar we in vroegere jaren, toen de wegen nog in abominabele staat waren, de laatste nacht in Senegal plachten door te brengen. Dat hoeft nu niet meer want de wegen zijn heel veel beter en de brug over de Gambia rivier is klaar en dus kunnen we in een streep door naar Gambia.
We krijgen per app door dat groep oranje al in Gambia is en dat de prijs die we van Alhagie door kregen als tol voor de brug veel hoger is. Uiteindelijk blijkt dat Alhagie het wel goed had alleen de valuta CFA (het Senegalese geld) en Dalassi (Gambiaans) door elkaar had gehaald.
De grens is een fluitje van een cent. Binnen de kortste keren zijn we met zijn allen erover en kunnen we naar de brug. Die is fantastisch! Hoog gaan we over de rivier en dan blijkt waarom vrachtwagens er nog niet overheen mogen. De toevoerwegen zijn nog niet klaar en de bochten in de brug aan het begin en eind zijn veel te stik voor grote vrachtwagens. De vrachtwagen van groep wit mag er uiteindelijk wel overheen en dat is dus mooi meegenomen.
Nog even stoppen in Soma om geld te wisselen maar de koers staat me niet aan. 56 Dalassi voor 1 € vind ik te weinig. Uiteindelijk blijk ik me daarin te vergissen want de straatprijs die geboden wordt is maar 52 Dalassi voor 1 € en dan is het wisselkantoor natuurlijk al dicht.
We zouden hebben moeten tanken maar niemand die daaraan denkt op dat moment. We kunnen nog wel tot aan het Tendaba camp komen dus geen nood maar voor morgen moet er een oplossing gezocht worden. Tanken met een konvooi van 30 wagens is geen optie vindt Jan en iedereen zou nog tenminste één volle reserve tank moeten hebben. Goede raad is duur. Ik vraag Alhagie of hij bereid is om iemand te zoeken die met lege jerrycans van de brandstofnoodlijdende auto’s ergens wil gaan tanken. Tegen betaling natuurlijk maar dat is logisch. Hij zal het zelf gaan doen maar moet daarvoor wel terug rijden naar Soma, zegt hij. Hij vertrekt net na het eten met een groot aantal lege jerrycans en komt ruim twee uur later terug met volle. Een kanjer is het.
Jan en ik zijn te moe om nog het feest aan het water met een mooie dansgroep en drums, mee te maken en gaan op tijd naar bed.
Morgen in het grote konvooi van 30 auto’s half Gambia van Oost naar West doorrijden zal genoeg van Jan vergen dus is rust veel belangrijker nu. We drinken voor ons huisje nog even het laatste restje wijn op van het open pak en gaan dan slapen. Morgen is de grote dag van aankomst dus het einde van deze waanzinnig mooie, avontuurlijke, leerzame en vooral saamhorige reis
Dag 20 Vrijdag 1 maart 2019

Gisteravond laat is het alarm van de Mercedes afgegaan en stormde Symen de kamer uit om te kijken wat er aan de hand was. Hij is super zuinig op zijn auto dus is hij er als de kippen bij nu hij hem hoort. Hij ziet nog net een paar mensen wegrennen maar kan niet zien wie het zijn. Wel vind hij een mooie krik die hij meeneemt naar de kamer. Een mooie krik is immers nooit weg, nietwaar?
Hebben jullie wat gezien, vraagt hij aan Jan en mij want we zitten nog lekker buiten op ons terrasje. Nee wij hebben niks gezien of gemerkt maar natuurlijk wel het alarm gehoord. Vreemd vind hij maar gaat dan terug naar de kamer om verder de film af te kijken die hij samen met de andere mannen zat te kijken.
Even later komen er twee kormuiten van een ander team bij hen aan de deur. Of zij toevallig een krik hebben gevonden want zij zijn die van hun kwijt. Nou, zegt Symen, toevallig wel ja, maar hoe komt hij daar en wat zou ermee gebeuren? Dat weten de jongens niet want zij merkten opeens dat hun krik kwijt was en kregen de tip van de mensen die nog bij de bar zijn dat zij het maar eens aan Symen moesten vragen. Vreemd verhaal vinden Symen, Igor en Bram en dus gaat Symen maar eens naar de bar om te kijken wat er aan de hand is daar. We hebben hem nog niet weer gesproken dus blijft het nog even een geheimpje.
Ik ben mooi op tijd wakker en ga lekker ontbijten. Daar druppelt de een na de ander binnen en we praten over het voorval van gisteravond. Willem is brommerig en wil niet bij ons aan de tafel komen zitten. Even later zie ik Rimmer betalen en ga maar eens naar hem toe. Wat is er aan de hand? Waarom komen jullie niet gezellig bij ons zitten? We gaan weg, zegt Rimmer, Willem wil weg, hij is boos en heeft slecht geslapen omdat er veel lawaai was gisteravond. Ja, nou ja, een auto alarm geeft best even geluid dat is logisch maar dat was snel opgelost. En dat iedereen zich even wil ontspannen is ook logisch en als je dan met een groep bij elkaar bent geeft dat natuurlijk ook best wat lawaai maar ik heb er nauwelijks iets van gehoord. Rimmer knikt maar even later vertrekken zonder verdere mededeling. Oude mopperpot, zeggen wij vrolijk, is met zijn verkeerde been uit bed gestapt. Kan gebeuren.
Jan komt even later ook ontbijten en vindt dat het een goed besluit is om niet naar Lac Rose te gaan maar nog een extra rustdag te hebben. Een begeleiders van een andere groep fluistert me toe dat de jongens van de Mercedes wel even hun wielbouten moeten controleren want dat zij een geintje uit hadden willen halen met hen omdat zij vonden dat het ingraven van de Volvo gisteren wel erg ver ging en het vaak Louisito en Alec zijn die het moeten ontgelden. Zij hadden alle vier de banden eraf willen halen en die willen begraven. Ik moet er natuurlijk hartelijk om lachen en meld even later aan de jongens van de Mercedes dat zij hun wielbouten moeten controleren. Hoe ik dat weet laat ik natuurlijk in het midden want dat gaat ze niks aan.
Na het ontbijt trek ik me tactisch terug in de auto om een poosje te schrijven. Als een van de jongens aan het raam iets wil vragen jaag ik hem weg. Kssstttt wegwezen! HIER wordt gewerkt. Hij komt niet meer bij van het lachen maar verdwijnt toch maar.
Ik schiet lekker op en al snel zit ik in mijn verhalen ver in de Sahara en de reis. Als ik eenmaal aan het schrijven ben vergeet ik alles om me heen dus schrik ik me een hoedje als Jan vraagt of ik soms nog koffie wil. Ja heerlijk, dat gaat er altijd wel in.
De rest van de dag verglijd in wat schrijven en de auto schoonmaken. Dat wil zeggen, Jan maakt de auto schoon en ruimt hem op terwijl ik schrijf. Natuurlijk is de wifi veel te zwak om het te versturen maar daar kan ik ook niks aan doen en klaar is maar klaar. Jan slaapt ’s middags nog een poosje terwijl ik met de jongens zit te kletsen. Alec en Louisito zijn bezig hun lesplan op papier te zetten en komen voor raad bij Jn. Ik heb er gelukkig geen verstand van dus hoef ik alleen maar geduldig te luisteren of ik er wat van snap en als dat zo is dan zijn het knappe jongens want van elektrisch en motoren en het meten van weet ik veel heb ik helemaal geen verstand.
Alles bij elkaar een gezellige ontspannen dag.
Het eten is weer heerlijk. Lekker gegrilde vis met veel groente. Een koningsmaal.
We moeten op tijd naar bed want morgen ochtend willen we om 6 uur vertrekken en dan ook echt om 6 uur. Gelukkig heeft Jan vanmiddag de auto voor het grootste deel al ingepakt en hoeven er morgen alleen de alledag koffertjes maar in. Ik zet de wekker om 5 uur dan heb ik nog tijd om heet water te maken. Het is een hele reis naar de Gambiaanse grens maar aankomen in Gambia is wel de drijfveer.
Dag 19 Donderdag 28 februari 2019
Wat kan een mens toch geweldig slapen als hij echt moe is. Ik heb vanaf dat mijn hoofd het kussen raakte helemaal niks meer van de wereld meegekregen en word, geheel tegen mijn gewoonte in, pas wakker tegen 8 uur. Ik ga even onder de douche maar natuurlijk is het, gisteren door de zon verwarmde, water afgekoeld. Geeft niet het is toch lekker.
Daarna ga ik naar buiten en geniet ik een poosje van het uitzicht over het water. De lucht is gelukkig nog redelijk schoon al hangt er wel een zweem van zand in de lucht. Er is amper wind nu en dan is het verrukkelijk koel en helder.
Rond 9 uur ga ik maar eens kijken of de jongens al wakker zijn en klaar om te gaan ontbijten. Ik loop langs de Volvo van Alec en Louis en zie dat ze tot op de grondplaat diep in het zand vastzitten. Ik verwonder mij erover maar denk er verder niet over na.
Bij het ontbijt spreek ik met verschillende mensen van verschillende groepen. Iedereen is het erover eens dat dit een heerlijke plek is. Als ik vertel dat er achter ons huisje een strand is geloven ze me niet maar gaan toch maar eens kijken en komen dan enthousiast terug.
Symen en Igor komen met glimmende pretogen vertellen dat zij de Volvo van Louis en Alec hebben ingegraven maar helpen even later natuurlijk wel weer om hen vlot te trekken. Geintje moet kunnen en we lachen er allemaal om, ook de twee slachtoffer.
Verschillende groepen gaan vandaag naar Lac Rose, de plaats waar in vroeger dagen de Paris – Dakar ralley aankwam. Onder bepaalde lichtstand kleurt het meer zich prachtig roze door de vele zoutkristallen en dat is een prachtig gezicht. Wij besluiten om hier in Saint Louis te blijven en echt twee dagen pure rust te nemen. Wel gaan we de auto uitpakken en onze koffers weer fatsoeneren, waarbij Jan tijdens het achteruit rijden even een boom over het hoofd ziet en er langzaam tegenop botst. (de jongens, die het zien gebeuren, komen niet meer bij van het lachen natuurlijk) maar verder gaan we helemaal niks doen. Nou ja, ik wil natuurlijk wel de achterstallige verslagen nog schrijven en doorsturen. En ook heb ik me voorgenomen met verschillende van onze jongens te praten maar verder echt niks niemendal. Hm nou misschien dan toch nog even een klein wasje doen want anders moet ik een afzakbroek aan en dat is ook geen pretje, maar dat is dan ook echt alles.
We sukkelen de dag door. Geen tijd om te schrijven want de een na de ander komt even buurten. Symen heeft aan de Mercedes zitten sleutelen en komt als een vogelverschrikkende landloper naar ons toe. Ik gier het uit van het lachen want hij ziet er echt niet uit. Dus snel een foto maken voor het verslag. Er worden verschillende opbouwende gesprekken gevoerd waardoor de studenten aan de slag kunnen of verder kunnen met hun lesplan en daar kunnen ze dan morgen ook nog verder mee.
De auto wordt wel half uitgeladen maar voor schoonmaken en weer inpakken zijn we te lamlendig. Echt een dag om niet over naar huis te hoeven schrijven.
We eten een heerlijke bbq met onwijs lekker vlees, salades, tomaten en andere groentes. Ik eet weer een bord vol en geniet overal van.
Dag 18 woensdag 27 februari 2019
Na een korte nacht ben ik een beetje kribbig als ik opsta. Het vertrek naar Senegal vanuit dit gesloten land met de toch wat neerslachtige sfeer is meer dan welkom. Gisteravond hebben Jan en ik nog een poosje zitten praten over de perikelen die ontstaan bij het rijden in zo’n goot contingent aan auto’s. We hebben het idee opgevat om iedere groep toch gewoon voor zichzelf te laten rijden en dan samen te komen bij de grens. Dat maakt de communicatie ook gemakkelijker voor iedereen.
We moeten natuurlijk wel als groep Nouakchot uit maar daarna zijn de militairen weg en kan ieder voor zich het tempo bepalen. Het idee valt in goede aarde. Iedereen lijkt opgelucht te zijn met dit voorstel en dus gaan we, natuurlijk toch een half uur later dan gepland, op pad.
De rit door Nouakchot is op zich een belevenis. Van links en rechts proberen auto’s tussen onze auto’s te schieten maar na enige aarzeling hebben ook de andere rijders door hoe je dit kan voorkomen in de meeste gevallen.
Jan en ik sluiten met onze Subaru de rij. Daarna groeperen wij onze groep rood en rijden vrij en blij door het wat groener wordende landschap. Dit is Sahel en er wordt met man en macht geprobeerd om te herplanten wat ook in veel gevallen duidelijk zijn vruchten afwerpt. Na een vreselijke stuk weg komen we op de nieuwe weg en rijden we tot Louis een van zijn banden stuk rijdt in een groot gat. Dat kan de beste overkomen dus wordt er niks gemekkerd maar wordt iedereen meteen actief, de broodplank van Louis moet eraan geloven en wordt gebruikt als steun voor de krik, en binnen no time is het wiel verwisseld.
We rijden weer en gaan het natuurpark door. Een prachtige weg, vind ik, met heerlijke gravel wegen. Wasborden in de weg waardoor je aan het eind een kunstgebit nodig hebt of door het zand waardoor iedereen achter je verstikt wordt door de stof. Jan en ik genieten van de natuur. We zien wilde zwijnen het gierstveld in verdwijnen en Ibissen parmantig langs de weg lopen. De anderen zijn al een eindje vooruit maar wat maakt het uit, een mens moet soms ook gewoon even genieten.
Op een gegeven moment duik ik een groot gat is terwijl ik een ander gat probeer te ontwijken. Ik rijd natuurlijk ook eigenlijk veel te hard maar voel de adrenaline mijn lijf instromen en kan niet stoppen. Jan valt lichtelijk uit, en terecht natuurlijk. Ik stop. Hij kijkt me aan. Nu wil je zeker niet meer verder rijden, zegt hij. Ik ga plassen, zeg ik en stap uit. Als ik weer terug kom kruip ik achter het stuur. Ik laat me dit plezier natuurlijk niet ontnemen door een terechte opmerking van zijn kant, ben je nu helemaal betoeterd.
We komen bij de grens van het reservaat. Bamba gaat betalen en dan gaan we weer door tot aan de grens. We verzamelen de paspoorten en kentekenbewijzen en die verdwijnen een kantoortje in. Na een stief kwartiertje wachten en dan nog een half uurtje komen de paspoorten terug en mogen we de tolbrug over de Senegal rivier over. Daar begint het hele ritueel van paspoorten verzamelen opnieuw, ik vraag me af waarom we ze niet in de zak hebben laten zitten maar vergeet het Jan te vragen.
Bamba is in Mauritanië achter gebleven om de twee laatste groepen te begeleiden en we hebben aanminnig afscheid genomen. Mijnheer Zargan neemt in Senegal de taken bij de douane over.
Het gaat allemaal redelijk snel maar we moeten wel wachten op de twee achtervolgende groepen. In groep wit moet het blauwe busje erg oppassen omdat de versnelling niet goed werkt en de andere groep wordt de Berlingo getrokken omdat zijn brandstofpomp of weet ik veel kapot zou zijn. Maar zij hoeven maar 10 minuten te wachten aan de Mautitaanse kant en helemaal niet aan de Senegalese kant. Dat is dus wel een beetje oneerlijk. Het is inmiddels 18.45 uur en dat is maar goed ook want om 19.00 uur gaat de grens dicht.
Dan, weer onder begeleiding maar nu van de politie, in vol konvooi naar camping de Zebrabar in Saint Louis. Prachtig gezicht natuurlijk zo in het donker maar ook tergend langzaam. Iedereen bemoeid zich over het 27mc bakkie met de snelheid, harder, zachter, een gat gevallen tussen de wagens, de sleep rijdt te snel nee te langzaam. Ik word er gek van maar gelukkig komt aan alles een eind. Uiteindelijk om 20.55 komen we op het weggetje dat naar de Zebrabar gaat. Jan Kamminga rijdt nu voorop want onze domdom heeft even de geest gegeven en vindt dat we het zelf maar uit moeten zoeken.
Er staat een man naast de weg te roepen en te zwaaien. Het blijkt de eigenaar van de Zebrabar te zijn. Verderop is de weg overstoomd met water en daar kunnen we dus niet door. Wat een goed idee van hem om aan deze weg te gaan staan om ons te leiden.
Het kampement is fijn maar er zijn mensen die niet geboekt hebben vooraf en dus geen kamer hebben. Thomas is Willem net voor met het claimen van de laatste kamer waardoor buurman en buurman vannacht in hun tent zullen slapen. Jan en ik hebben kamer nummer 1, de vaste kamer van Jan. Het is een heerlijk huisje, half verscholen onder een paar bomen en direct aan het water. Er staat een groot bed in en een eenpersoonsbed dus is het gemakkelijk voor beide.
Eerst wat drinken en ons melden, beslist Jan, daarna zien we wel weer. Morgen is een rustdag dus we hebben geen enkele haast.
Ik neem een grote fles bier. Daar zit 0,63 ltr in. Ik zou ook niet meer moeten drinken want dan zou ik achteruit gaan lopen, zo moe ben ik. Het eten dat even later geserveerd wordt is verrukkelijk. Droge rijst met kerrie ragout of hoe je het sausje ook zou moeten noemen. Ik eet alles op en voel me opknappen. Niet erg veel later gaan we terug naar het huisje, drinken nog een wijntje op het terras, even lekker douchen en gaan dan slapen.
Het is een goede dag geweest waar we zonder al te veel kleerscheuren weer doorheen gerold zijn. Daar proosten we maar eens op. Morgen, echt een rustdag. Ik ga helemaal niks doen. Maar dan ook HELEMAAL niks.
Dag 17 dinsdag 26 februari 2019
De tent ontwaakt langzaam bij het gloren van de dag. De Mauritaniërs die ook in de tent hebben geslapen staan als eerste op. De Militairen die de wacht over ons gehouden hebben wisselen van wacht. Ik bekijk alles rustig en vind het heerlijk een poosje met niemand om me heen te hoeven praten. Het gebeuren van gisteren heeft op de een of andere manier een vreemde bijsmaak.
Het is natuurlijk heel normaal dat mensen van hier, die wat in de melk te brokkelen hebben Jan willen spreken over mogelijkheden voor hun dorp, school, natuurreservaat of idee. Dat is volkomen logisch en zou zelfs gek zijn als dat niet zo was. Het is ook volkomen normaal dat er veel mensen met Jan willen spreken, maar spreek dan ook en zeg wat je te zeggen hebt of vraag wat je te vragen hebt. Eigenlijk is het een zeer onvoldaan gevoel dat ik eraan overgehouden heb. Als enige vrouw in een kamer vol zichzelf volproppende mannen die de leiders zijn van deze gemeenschap had ik natuurlijk niks toe te voegen maar waarom werd dit hele toneelstuk op touw gezet.
De jongeren die mee geweest zijn hebben zich wel een uurtje vermaakt maar daarna werd het langdradig en wij hebben niet echte contacten gelegd behalve dan dat Jan even gesproken heeft met de directeur van de school uit Nouadibou en de directeur van het natuurreservaat maar met de heren uit de mooie kamer niet. Er is daar ook niemand die een speech of zo gehouden heeft of zichzelf bekend heeft gemaakt. Kortom, het is een onbegrijpelijke gebeurtenis waarvan ik de betekenis misschien pas veel later zal begrijpen.
We breken op na een ontbijt met koffie en brood en er komen natuurlijk weer een aantal auto’s vast te staan. Ingrid en Thomas, die vannacht feilloos door het zand reden komen voor de derde keer vast te zitten en Ingrid zegt dat drie keer scheepsrecht is dus dat ze daar nu verder van verlost zijn.
We zouden achter elkaar aan rijden maar er zijn nog een paar auto’s die moeten tanken en dat kan alleen een paar kilometer de andere kant op. Iedereen dus wachten. Van onze groep zijn er twee jongens die bij een pomp stoppen waarop “sans plomp” staat en waar dus benzine uit zou moeten komen maar het blijkt na tanken diesel te zijn geweest. De benzine tank moet dus leeg op de een of andere manier en dat is meet de huidige auto’s helemaal niet gemakkelijk. Door alle mogelijke tussenschotjes en terugslagkleppen kun je hem niet leegzuigen of afpompen. Johan Selten komt helpen. Dat gaat lang duren constateert hij en dus geeft Jan door aan de rest van de auto’s, die klaar staan voor vertrek, dat zij maar alvast moeten gaan rijden want dat wachten in de volle zon verschrikkelijk is.
Ik word door Bamba mee naar binnen genomen en in een kamer “gedeponeerd” waar een man ataya zit te brouwen en ik mee mag drinken. Daarna wordt een matje voor mij uitgerold en een deken erop. Ik moet maar wat rusten, vind Bamba want het was gisteren laat. Super lief natuurlijk van hem. Al snel val ik in slaap en schrik wakker als Jan mij komt zoeken met de mededeling dat we kunnen vertrekken. Het is al bijna 13 uur dus hoogste tijd. We rijden nu lekker in onze eigen groep minus de Volkswagen bus maar plus Johan en Tim. We hebben er lekker de vaart in. Bamba belt dat we even kunnen stoppen bij een kamelendrijverstentje. Dat zijn kleine vierkante tentjes waar we al vaak aan voorbij gekomen zijn en waar we ons regelmatig van hebben afgevraagd wat die zouden zijn. Er liggen alle mogelijke gebruiksartikelen zoals een paar dekens, een kooktoestelletje, een theekannetje en dergelijke en buiten zelfs een kamelenzadel. Bamba verteld dat deze tentje gebruikt mogen worden door voorbijgangers als de kamelen eigenaar niet “thuis” is. We mogen de keukenspullen gebruiken maar moeten wel wat we verbruiken ook terug leggen of er iets voor in de plaats leggen. Hij heeft de thee klaar en we drinken het hete nat met kleine slokjes.
Dan gaan we weer door. Het is nu heuvelachtig maar de weg is goed en dus rijden we snel. De militairen zijn ook weer terug dus gaat het bij politieposten super snel en hoeven we nauwelijks in te houden.
Rond 19 uur komen we in Nouakchot aan. We blijken de eersten te zijn bij het appartementen gebouw. Een beetje vreemd vinden wij. Het blijkt dat de andere groep naar een hotel gegaan zijn waar vorig jaar geslapen is. Zij worden door Bamba opgehaald en iedere groep krijgt een eigen appartement. De appartementen zijn groot genoeg al moet er wel bij elkaar op de kamer geslapen worden. Iedere groep gaat zijns weegs om te eten of zelf te koken.
Ik heb Alieu Kanteh, een van de familieleden uit Sifoe gebeld. Hij woont en studeert hier in Nouakchot en dus wil ik hem graag even zien en spreken. Het is geweldig om hem na bijna drie jaar weer te zien, hij is volwassen geworden en is nu getrouwd en heeft zelfs al een kindje maar die zijn in Sifoe. We praten even maar er is weinig tijd omdat Jan en ik vanavond uitgenodigd zijn door de burgemeester van de stad die getrouwd is met een zuster van de president of zoiets. Ik moet natuurlijk nog wel douchen en omkleden want mijn reiskleiding is vies en stoffig. Daarna is het weer wachten, en wachten, en wachten. Uiteindelijk vertrekken we om 23.30 uur. Ik ben eigenlijk veel te moe om nu nog te gaan eten en met mensen te gaan praten maar afspraak is afspraak dus laad ik mezelf weer op. Ook Jan ziet er moe uit maar hij verbijt zich en toont zijn vriendelijke gezicht. Eerst tanken, zegt hij, dan hoeven we dat morgenochtend niet te doen. Ee van de groepen heeft panne. Een kapotte koppakking is het oordeel, Bamba belt een automonteur, die kan morgenochtend komen om het te repareren en dan kan die groep later na komen. Ook de Berlingo vertoond kuren, die zal gesleept worden. Waarschijnlijk een kapotte brandstofpomp of zoiets maar daar kan dan in Saint Louis naar gekeken worden.
Bamba rijdt ons voor naar een of ander klein restaurantje langs de grote weg. Heel iets anders dan een ontvangst bij een burgemeester denk ik. Maar dan komt de aap uit de mouw. Een familielid van de burgemeester is ziek geworden en eerst zou het diner wel doorgaan maar Bamba heeft gezegd dat familie belangrijker was en daarop is het diner gecanceld. Leuk om even te weten, denk ik dan hadden we net zo goed een broodje kunnen maken vanavond en had ik al in bed gelegen. Het is heerlijk hoor, ik eet weer tong en dat gaat prima, maar mijn trek is over en veel kan ik niet ervan op.
We praten nog wat en gaan dan terug naar het appartement waar Jan en ik nog even de dag doornemen en dan ook gaan slapen. Het is alweer 1.30 uur en morgen moeten we echt om 7 uur vertrekken want anders is het ondoenlijk om met zo’n grote groep de stad door te trekken.
Bamba rijdt ons voor naar een of ander klein restaurantje langs de grote weg. Heel iets anders dan een ontvangst bij een burgemeester denk ik. Maar dan komt de aap uit de mouw. Een familielid van de burgemeester is ziek geworden en eerst zou het diner wel doorgaan maar Bamba heeft gezegd dat familie belangrijker was en daarop is het diner gecanceld. Leuk om even te weten, denk ik dan hadden we net zo goed een broodje kunnen maken vanavond en had ik al in bed gelegen. Het is heerlijk hoor, ik eet weer tong en dat gaat prima, maar mijn trek is over en veel kan ik niet ervan op.
We praten nog wat en gaan dan terug naar het appartement waar Jan en ik nog even de dag doornemen en dan ook gaan slapen. Het is alweer 1.30 uur en morgen moeten we echt om 7 uur vertrekken want anders is het ondoenlijk om met zo’n grote groep de stad door te trekken.
Bamba rijdt ons voor naar een of ander klein restaurantje langs de grote weg. Heel iets anders dan een ontvangst bij een burgemeester denk ik. Maar dan komt de aap uit de mouw. Een familielid van de burgemeester is ziek geworden en eerst zou het diner wel doorgaan maar Bamba heeft gezegd dat familie belangrijker was en daarop is het diner gecanceld. Leuk om even te weten, denk ik dan hadden we net zo goed een broodje kunnen maken vanavond en had ik al in bed gelegen. Het is heerlijk hoor, ik eet weer tong en dat gaat prima, maar mijn trek is over en veel kan ik niet ervan op.
We praten nog wat en gaan dan terug naar het appartement waar Jan en ik nog even de dag doornemen en dan ook gaan slapen. Het is alweer 1.30 uur en morgen moeten we echt om 7 uur vertrekken want anders is het ondoenlijk om met zo’n grote groep de stad door te trekken.
Nu ja, dat is kost voor morgen.
Dag 16 maandag 25 februari 2019
Nouadibou is een stad in opbouw. De prachtige plek waar wij geslapen hebben ligt buiten de stad aan de baai die in open verbinding met de oceaan staat. Gisteravond hebben veel deelnemers al een duik genomen het zilte nat. Het ontbijt is prima geregeld voor de 20 mensen die zich hiervoor opgegeven hebben. Koffie ook gelukkig want zonder koffie kan de dag niet beginnen.Dan gaan er van groep blauw een aantal verder werken aan het repareren van de Galloper van Toon en Jan. Voor de studenten is die een verplichte stagedag waarin de technische school bezocht wordt die Go for Africa sinds jaar en dag ondersteund met lesmaterialen. Er zijn ook een aantal mensen die graag naar de haven willen om de afgezonken wrakken van schepen te gaan zien. Deze afgeschreven schepen zijn hier gedumpt, tegen betaling, wat veel goedkoper is dan ze te laten slopen in Europa en dan willen ze naar de markt om daar eens rond te kijken.
Op school worden wij opgewacht door officiële mensen maar ook door een groep leerlingen die een spandoek omhoog houden waarop we welkom geheten worden. Het bezoek is indrukwekkend. De studenten vergapen zich aan de leermiddelen op de elektronica en koeltechniek afdeling. Dat is beter dan bij ons op school verzuchten een aantal. Jan legt uit dat deze school ondersteuning krijgt van de Wereldbank waarvan zij deze lesmiddelen krijgen. Op deze school is 28% va de leerlingen vrouwelijk, hetgeen de meeste van ons verbaast. Er is een nieuwe directeur. Hij heeft gestudeerd in Europa en is duidelijk zeer begaan met de school. Hij houdt dan ook geen bedeltoespraak maar verteld eenvoudig dat hij gaat werken aan een nog betere opleiding en dat hij dankbaar is voor de nieuwe lesmethodes die in de pc’s zitten die Tom en Ingrid en hun groep in de auto meegebracht hebben. Daarna krijgen wij allemaal lekkere koeken en drinken en is het tijd om weer te vertrekken.
We rijden een klein stukje en komen bij het restaurant waar we gaan eten. Het is heerlijke kip met rauwe groente en friten. De mensen die naar de wrakken zijn wezen kijken komen wat teleurgesteld terug. Er is een grote muur om de haven heen gebouw en ze konden nergens bij. Maar de markt was wel leuk geweest dus dat viel dik mee.
We moeten in konvooi naar Boulinoir waar we met zijn allen in een bedoeïen tent zullen overnachten. Onderweg komen we langs de weg die naar de vorige camping loopt maar we zien geen groep wit en groen staan. Bamba rijdt stevig door dus belt Jan hem op. We hebben ondertussen ook contact met de groepen over het 27mc bakje. Zij zijn onderweg naar de grote weg maar verwachten de blauwe bus nog om de Berlingo, die het nu begeven heeft, te slepen. Er is even geharrewar en we wachten langs de weg. We worden overvallen door hordes vliegen die de auto niet meer uit willen. Er blijken kadavers langs de weg te liggen van een geit, kippen en een hond. Dat trekt natuurlijk wel vliegen aan. Maar eind goed al goed, we kunnen na een kwartiertje weer vertrekken.
De grote tent is ver het land ingezet en dus moeten we over een stukje zand ernaar toe waardoor een aantal auto’s direct vast komen te zitten. Buurman en buurman durven het niet aan en ook groep blauw en wit blijven op veilige gronden staan. Dat splitst de groep in tweeën waardoor een deel van de gezamenlijke communicatie wegvalt en afspraken niet of nauwelijks overgebracht worden. Dat geeft natuurlijk frustraties over en weer, iets dat in Mauritanië altijd gebeurd en daardoor niet uitzonderlijk maar wel lastig is. We gaan die avond maar met een deel van de groep naar de beloofde Maritaanse “disco” De jongeren zijn moe net als wij. Er wordt naast de muziek verder nog niemand toegelaten waardoor wij met ongeveer 30 mensen in een lege zaal zitten. Waar wachten we eigenlijk op, informeert Jan bij Bamba die af en aan loopt.
Ik heb met Bamba afgesproken dat ik deze keer ook geld op mijn hoofd gelegd wil hebben net als hij bij sommige dames doet want ik vond het de vorige keren niet eerlijk dat ik ook net zoveel danste en niks kreeg. Dat geld is niet voor de dame in kwestie hoor, het is de betaling aan de muziek. Kinderen rapen het op en leggen het bij de leider van de muziekband neer, maar het gaat om het principe en dan wil ik niet tekort komen, hahahaha.
Enfin, er blijkt dat er een of ander diner wordt voorbereid bij de burgemeester van Boulinnoir in huis en daar is Jan, en dus ik ook, voor uitgenodigd. Niet dat hij dat wist maar nu dus wel. Van de hoge pieten die bij ons zijn komen zitten zijn er ook 1 of 2 uitgenodigd. Het duurt en het duurt en wij begrijpen er steeds minder van. Buiten staat de menigte, die kaarten hebben gekregen om binnen te mogen, te dringen en wij zitten binnen met leuke muziek maar het wordt wel eentonig. Dan worden we in een grote auto geduwd en met een vaartje door het dorp gereden. Bij een mooi groot huis afgezet en zegt de directeur van een natuurreservaat (ook iemand van de verhoging) bedek je want er zijn mannen. Ik sla een deel van de mémé over mijn hoofd en hij knikt goedkeurend. Ik moet erom lachen, want ik ben de hele dag omringt door mannen en ook in de auto waren het alleen mannen waarmee we hier naartoe reden, maar nu moet ik dus mijn haar en deels mijn gezicht bedekken. Ok, ’s lands wijs ’s lands eer, denk ik en probeer er zo mooi mogelijk uit te zien. Er zitten in de kamer waar we naartoe geloodst worden zeker 30 tot 50 mannen, allemaal mensen met status denk ik. Ze staren me aan want ik ben een vrouw!!! En dat in HUN midden. De directeur van het natuurpark legt me uit dat we nu wachten op het voedsel. Er staat al van alles op het plastic tafelkleed dat op de vloer ligt en we zitten op kussens langs de muur. Er is een negroïde man die tussen de schalen op het tafelkleed doorloopt op blote voeten en her en der theeglaasjes ophaalt of juist iets brengt.
Iemand geeft een seintje (denk ik) en dan is het AANVALLEN!!! Letterlijk aanvallen. Als hongerige dieren wordt het voedsel al dan niet op borden geschoven en naar binnen geschrokt. Ik krijg heerlijke dadels met room uit een blikje en probeer ervan te genieten. Het is echt heerlijk maar het is ook al bijna middernacht en trek heb ik helemaal niet meer. Ik bekijk met verbazing en zelfs een beetje afschuw, de schranspraktijken van de notabelen. Dit is niet meer eten maar vreten. Er worden schalen met verrukkelijke gebakken tong, ringen inktvis in saus, een of andere ander vis dis gestoofd lijkt te zijn en schalen met groente op de tafel gezet. De man op blote voeten loopt er, zich steeds verontschuldigend, tussendoor. De mannen liggen half over “tafel” of op “tafel” om met verlekkerde gezichten nog meer naar binnen te schrokken. Ik neem een tong en eet van het visvlees. Het is verrukkelijk, echt heerlijk. Ik neem ook wat verse knapperige sla maar dan heb ik echt genoeg. Je moet nog vruchten eten, zegt de directeur, en braaf neem ik een paar heerlijk dikke druiven met vast vruchtvlees. En nog maar eentje omdat ze echt lekker zijn. Dan beslist Jan dat het mooi is geweest en dat we terug willen naar de zaal. Ik ben het helemaal met hem eens.
Morgen afreizen naar Nouakchott, de hoofdstad van Mauritanië ook weer verder naar het zuiden. We gaan het zien.
Dag 15 zondag 24 februari 2019
Wat is er te vertellen over een dag van wachten, wachten en nog eens wachten.We zijn allemaal op tijd op. Er is wat verwarring geweest over de tijd. De West Saharianen hebben een manier gevonden om burgerlijk ongehoorzaam te zijn door hun tind op Greenwich tijd te houden ipv de Europese tijd die nu officieel in Marokko gehanteerd wordt. Ik geniet daarvan. Bamba gaat alvast met groep wit vooruit om de vrachtwagen door de grens te loodsen. Jan en ik komen als bezemwagen aan. De grens formaliteiten blijken ook hier weer veranderd te zijn. Niet meer honderd en een verschillende loketten maar nog maar drie in feite. Dar gaat snel en we komen in niemandsland. Het door de Polisario gedicteerde stuk land dat ooit vol mijnen werd gelegd als corridor tussen de Spaanse Sahara en Algerije en Mauritanië. Het is opnieuw een vuilnisbelt. Wrakken van auto’s, vuil en afval. Niemand die er iets om geeft, het is immers niemandsland. We zoeken onze weg over de rotsen en uitgesleten vrijwel onbegaanbare offroad paden. Op sommige delen moet je kiezen tussen onbegaanbaar en onbegaanbaar. En kies je dus voor die hobbel of kuil die je het minst bedreigend overkomt. Natuurlijk halen we allemaal de poort waar we onderdoor moeten om in het eerste portaal van de parkeerplaats van de grens van Mauritanië te komen. Dan moeten we allemaal naar een gebouw waar de vrouwen gescheiden van de mannen moeten wachten. Dit is natuurlijk vreemd voor ons maar, zeggen de beambten, dat is voor onze veiligheid. Ik moet er hartelijk om lachen want vanaf nu worden we begluurd van alle kanten. 63 personen op zo’n binnenplaatsje in de steeds groter wordende hitte is natuurlijk geen toestand dus besluit Jan dat we per groep zullen gaan, dat is al veel beter. Ondertussen moeten Jan en onze Mauritaanse gids Bamba voor alle mogelijke plichtplegingen op komen draven op verschillende plekken dus die zien we de eerst komende uren niet. Het krijgen van een visum is niet zomaar iets. Hand en duimafdrukken maken, foto laten maken en paspoort inleveren. Alle gegevens worden gescreend in Nouachot en, als alles goed is bevonden, wordt er een print gemaakt en in je paspoort geplakt. Het duurt natuurlijk uren en dan blijken er twee jongens te zijn waar nog nader naar gekeken moet worden. Een wegens een tweede nationaliteit, de ander omdat zijn paspoort verloopt binnen 6 maanden na vertrek. DAT kan en mag niet. Bamba wordt erbij geroepen en weet het op de een of andere manier toch voor elkaar te krijgen. Morgen het consulaat bellen om te bespreken wat er moet gebeuren om het bij volgende grenzen niet weer een onzekere factor te laten zijn. Dan nog een stempel halen bij de politie, verzekeringspapieren uitdelen en dan kunnen we gaan. Ook de vrachtwagen mag door al is daar wel voor betaald. Onderweg naar nouadibou krijgen we de adembenemende tot flinterdun uitgeschuurde rotsen te zien. Het is onbeschrijflijk mooi. Woest maar op de een of andere manier kunst. Paddenstoelen van rots, messcherpe papier dunne plakjes rots. Ik houd ermee op, ik kan het toch niet in woorden weergeven en dat zou de pracht zonder meer teniet doen. Ons kampement blijkt te bestaan uit houten huizen die gebouw zijn in de vorm van schepen. Prachtig allemaal alleen de afwerking is abominabel. We nemen met groep rood een heel huis in beslag. Wat eerlijk is want iedereen komt naar ons huis om te eten en dingen te bespreken.Ik ga weer een poosje liggen. Jan is ook moe en valt al snel in slaap. Dan moeten de Oughya geteld worden die verplicht per auto gewisseld moeten worden. Daarna eten en ik ga naar bed. Het is mooi geweest voor vandaag. Morgen weer een dag.
Dag 14 zaterdag 23 februari 2019

We zijn al 2 weken op weg en vanaf morgen alweer in Mauritanië. Maar vandaag moeten we de laatste rit richting die grens nog maken.Na een korte nacht waarin ik blij was dat er een echt toilet op de kamer is, sta ik wat dizzy op. We moeten vanmorgen eerst naar een of andere bijeenkomst waar Jan een vriendschappelijk overeenkomst zal tekenen met een instituut dat zich bezig houdt met het opleiden van naaisters van boubous (Marokaanse Kaftans) en andere heren kleding. Er is van alles op touw gezet maar Jan heeft aangegeven aan niets daarvan deel te nemen anders dan de ondertekening van de overeenkomst en een toespraakje.So far so good. Bamba komt precies op tijd aan en rijdt ons voor naar het instituut. We gaan naar binnen en komen in een vrijwel lege zaal waar allemaal stoelen opgesteld staan.De toespraakjes en handtekeningen zijn snel gedaan en nog een interview voor de tv. Dan een paar koekjes en wat blikjes drinken en weg zijn wij.Gisteravond hebben de mannen van groep blauw urenlang gesleuteld aan de Galopper van Toon maar hem niet af gekregen zodat hij aan een sleepstang bengelt op weg naar hotel Barbas.In groep wit is Eddie naar huis moeten vliegen vanuit Dakhla wegens ziekte in de famie. En er zijn wat autopapieren zoek maar verder gaat de reis voorspoedig.Wij rijden vrij en blij de Sahara verder door. Op enig moment bedenkt Jan dat het prachtig zou zijn om even te pauzeren in de baai van Puerto Rico dat nagenoeg op de kreeftkeerkring ligt.Een voorwaar schitterende plek stijl de berg af naar de kust. Ongelooflijk mooi uitzicht op de oceaan en een uitstekende plek om op zoek te gaan naar een paar mooie woestijnroosjes daar zullen mijn kleine meiskes vast blij mee zijn.Buurman en buurman blíjven boven en hebben, volgens hun zeggen, over het bakkie laten weten langzaam verder te rijden. Maar wij zijn denk ik veel te veel in beslag genomen door de prachtige lagune om het te horen.We moeten natuurlijk verder en de auto’s rijden de zeer stijle helling op. We zijn verbaasd dat buurman en buurman weg zijn maar kunnen hen niet bereiken dus nemen we, zoals terecht blijkt, de grote weg richting het zuiden weer.Voor velen is deze weg uiterst saai en eentonig. Voor mij is het een avontuur van nieuwe dingen, vormen en verschijnselen ontdekken, ik geniet ervan. Maar ja dat vertel ik natuurlijk al 100 keer en dat zal ook w saai zijn.We halen buurman en buurman weer bij en gaan tanken. Het gaat gelukkig voorspoedig en tegen 16 uur, denk ik, komen we bij hotel Barbas aan. Daar gaat mijn lampje voor een aantal uren uit. Ik ga naar bed en probeer te slapen.Om 20 uur nog een briefing en dan rust tot 7 uur morgenochtend.Morgen de langst durende grens over. We gaan het zeker halen.
Dag 13 vrijdag 22 februari 2019
We staan op tijd op om te kunnen ontbijten voor we weggaan. Beide hebben uitstekend geslapen maar de jongens klagen dat hun bedden wel van beton leken te zijn.Nog even geld wisselen en pinnen, brood en water halen en dan beginnen aan de reis van 622 km naar Dakhla.Het gaat allemaal voorspoedig. Soms even een plaspauze en van bestuurder wisselen en dan weer door.Ik geniet natuurlijk overmatig van het Sahara landschap. De kleuren, vormen en de steeds wisselende zand formaties, ik raak echt nooit erop uitgekeken. De wijdsheid van deze pracht is adembenemend. Ik zou er boeken over kunnen schrijven. Filosofieën op los kunnen laten en never nooit uitgedacht raken.Een van de vragen is… hoe komt het dat er op de ene plek zomaar opeens een zandduin ontstaat terwijl het even daarnaast volledig zand vrij is.Of… hoeveel kilometer hoogspanningskabel hangt er boven de Sahara. Kortom teveel vragen en te weinig antwoorden. Rond 14 uur rijd ik een mooi paadje in. Het blijkt de oude weg die pal langs het water liep en vaak onder water stond. Ik rijd een zijpaadje in recht op het strand af. Met onze 4-wheel drive kan je gemakkelijk door het mulle zand. Maar Luisito met de Volvo, Symen met de Mercedes en Willem met de VW bus natuurlijk niet. Ik roep nog…STOP… en gebaar dat ze me niet moeten volgen maar het is al te laat. Alle drie natuurlijk vast in het zand.Jan lacht me uit. Waarom denk je dat we bakkies hebben zegt hij. Ze horen je toch niet? Ik nijdig natuurlijk, had hij ook de mic wel kunnen nemen.Maar we hebben toch een lekkere lunch gehad, al was het wel in een striemende wind met zand erin. Ik zoek op het strand een paar mooie schelpen voor Charlène, mijn kleindochter.Weer op pad komen we bij weg werkzaamheden aan. Het hobbelt en stoot hoe lanzaam je er ook overheen rijdt.Buurman en buurman, beide wegwerkers geweest, mopperen en schelden dat het een lieve lust is. Maar wij kunnen de weg ook niet beter maken natuurlijk.Gelukkig wordt de weg ook weer beter en schieten we lekker op.Dan de landengte naar Dakhla op. Een fantastisch uitzicht dat Jan voor mij op beeld probeert vast te leggen. In Dakhla zal Jan vanavond een bespreking hebben over een samenwerking of zoiets. We zullen met die mensen gaan eten. Nou dat valt allemaal zwaar tegen en in feite hebben we alleen maar tijd verknoeid.Ik loop ondertussen ergens diarree op en dat is natuurlijk onderweg niet gemakkelijk. We zullen het wel zien.Uiteindelijkis het bijna 2 uur voor we gaan slapen. Morgen naar bijna de grens met Mauritanië gelukkig een minder lange rit dan vandaag.
Dag 12 Donderdag 21 februari 2019
Het slapen in een schapenhok met 11 mannen om mij heen bevalt niet zo heel goed. Ik ben blij als mijn wekker eindelijk afgaat om 7 uur.Niet bijster fit sta ik op en ga ik douchen. Er gaan ondertussen diverse wekkers af maar niemand die zich echt roert. Na het douchen is het nog steeds stikdonker in de tent en dus pak ik op de tast mijn slaapspullen in. Om 7.30 uur ben ik het beu en roep ik zachtjes Jan om wakker te worden. DAT blijkt het signaal tot in beweging komen voor bijna iedereen.Om 8 uur precies gaan we ontbijten en om 9 uur zitten we in de auto’s. De weg is weer schitterend. We nemen een andere weg nu over Assa. De weg us nieuw en kronkelt zich door het gebergte van de Anti-Atlas heen. Dat is weer genieten. De vormen, kleuren en fantastische vergezichten werken hypnotiserend op ons beide.Ik voel me niet erg lekker en Jan heeft ook niet zijn beste dag vandaag. Dat kan vermoeidheid zijn maar ook kan het van de bergen komen.Het rijden vordert gelukkig goed. We wisselen van plek en gaan weer door. Bij Gajoun komt groep groen in zicht. Zij zijn via de andere weg gereden. We besluiten na enig achter elkaar aan te rijden gezamenlijk te lunchen op een open plek bij een politiepost. Gezellig zo met 10 auto’s.Daarna onafhankelijk van elkaar weer door. We zien de Atlantischeoceaan liggen en slaan bij Tan-Tan af richting het zuiden.Na een paar uur besluit Jan dat hij wil overleggen waar we naartoe zullen gaan. Naar Tafaya, Laayoune of nog verder door naar Boujdour. We rijden van de weg af de afgesloten oude weg op waar de weg eindigt bij een zandduin midden over de weg.De Suzuki-gang kan het natuurlijk niet laten en rijdt triomfantelijk de duin op. En in plaats van terug te komen natuurlijk nog even door. Vast als een huis rijden zij zich dus moeten zij uitgegraven worden. Als zij weer los zijn hoeft er niet meer overlegd te worden want daar is het te laat voor geworden.Het wordt dus Tafaya. Een plaatsje waar ik al eens eerder overnacht heb. Ik weet zelfs het hotel nog terug te vinden en… Jan en ik krijgen dezelfde kamer als 2 jaar geleden.Het eten doen we in het restaurant. Lekker vinden wij maar daar zijn de meningen over verdeeld.Om 22.30 uur houden we het voor gezien en gaan we naar de kamer. Het is een prachtige dag geweest.Morgen een lange dag rijden. 622 km volgens het routeboek. Op naar Dahkla maar dat komt mirgen weer.
Dag 11 Woensdag 20 februari 2019
Op pad gaan na en kamp van 3 dagen blijkt wat vertragend te werken. Hoewel we gisteren de auto al voor een groot deel hebben ingepakt moet er nog van alles bij. Het lukt natuurlijk uiteindelijk wel.Jan krijgt van iemand een kopje koffie aangereikt en zet het even op het dak vsn de auto. Daarna vergeet hij het natuurlijk en als we de rijden denkt hij er pas weer aan. Pas bij de derde rotonde horen we het vallen. DAT was het kopje.We moeten er vreselijk om lachen.Nog even tanken en wat lucht in de banden en dan op weg.Prachtige bergen en dalen wisselen elkaar af. De kleurschakeringen in groen en bruin zijn onbeschrijfelijk maar we genieten met volle teugen.We nemen een weg onderlangs de uitlopers van de Anti-Atlas waardoor we soms de voorlopers van de Sahara zien. Chris vind het maar een saai landschap maar ik juist niet. Als je oog voor details hebt kun je in de vormen van de bergen van alles zien. Ook de dieren die er dwalen vormen de afwisseling. Soms een grote kudde dromedarissen, dan weer een kudde geiten of schapen. Zelfs een kudde ezels die allemaal verschillend zijn vormen een bont geheel. We lunchen langdurig in een restaurant waar ik opeens zo moe ben dat ik languit op een bank in de lounge in slaap val. Daar knap je van op. Hier maken we ook stapeltjes van de papieren voor de politie zodat we voorbereid zijn. We komen rond 18.30 uur aan in Icht. Een klein dorp waar de camping annex huisjes zijn. Als we het terrein oprijden zien we al heel veel campers. Ze hebben dus naam opgebouwd. In vorige jaren was het er stil. Jammer maar er is geen plaats voor ons, is het antwoord op Jan zijn vraag of we er kunnen verblijven. Echt niet, dringt Jan aan, ook geen tent if zo? Nu ja er is een soort van tent, meer een schapenhok en daar mogen we wel slapen. Ik voel me net Maria en Jozef maar dan met 8 kinderen en 2 ooms. We nemen het natuurlijk wel en dus slaap ik vannacht met 11 mannen om mij te bewaken. Er kan dus niks anders misgaan dan dat ik wakker blijf van de vele manieren van snurk if als ik in slaap kan vallen de anderen wakker van mijn gesnurk natuurlijk.Morgen verder naar de kust en het echte begin van de Sahara.
Dag 10 dinsdag 19 februari 2019
Het is rustdag in Zagora. Ik ben weer op tijd op en ga een poosje zitten typen aan aan de verslagen. Het is koud dus ga ik maar binnen zitten. Van een stapel kussens maak ik een tafeltje voor mijn bed en dan gaat het best. We gaan een grote bbq organiseren. Toon en Johan willen naar de markt, maar eerst koppen tellen wie mee doet. Groep wit, met hun vrachtwagen van de mobiele tandarts, besluiten uiteindelijk toch vanmiddag al te vertrekken. We komen tot 36 deelnemers.Het boodschappen doen is een prachtige bezigheid. Rundvlees aanwijzen op een halve achterbout en dan wordt het eraf gesneden en gezaagd. De kippen kopen we aan een stuk en een groot pak kalkoen filet erbij. Olijven proeven we eerst voor we kunnen kiezen en alle groentes zoeken we uit. Kruiden per ons en nog wat kleinigheden.Nog even thee drinken bij de zilversmid en onderhandelen. Dan nog een antenne draad halen bij de garage en terug naar de camping waar we beginnen met groente en vlees snijden. Louisito helpt met grote inzet. Hij is een kei in groente snijden en ook Willem en Rimmer werken fantastisch mee. Als voormalig slager is Toon verantwoordelijk voor het vlees. De bbq is een feest. Iedereen helpt mee en eet met smaak. De Marokkanen kijken hun ogen uit. We dragen ook allemaal een steentje bij voor de nieuwe versnellingsbak voor de Pajero die morgen vanuit Casablanca geleverd zal worden. Er wordt €685 bijeen gelegd. Fantastisch die teamgeest die hier bereikt wordt.
Morgen gaan we weer op pad. Naar Icht is de bedoeling. We gaan het zien.
Dag 9 Maandag 18 februari 2019
Goed geslapen op het harde bed en vroeg wakker. Het water blijkt afgesloten te zijn dus een douche zit er even iet in. Jan wil uitslapen vandaag. Ik ga maar eens naar beneden om heet water te maken voor koffie. Weer boven is de deur op slot dus buiten blijven en wachten tot Jan wakker wordt.De groep oranje onder leiding van Ingrid en Thomas, hebben de andere kamers op het dak en zij zijn aan het ontbijten. Ik word van harte uitgenodigd mee te eten en neem het graag aan.Jan blijkt helemaal niet meer te slapen maar al buiten op het terrein te zijn. Ik nijdig natuurlijk maar ach dat duurt maar even.Dan moeten we naar de garage. Onze auto blijkt een gebroken stangetje te hebben bij de stabilisator, waarvoor binnen no time een nieuwe voor wordt gefabriseerd. Ook de andere auto’s hebben kleine gebreken die gemaakt worden.De Volvo moet helemaal leeg gehaald en blijft bij de garage achter.Jan en ik gaan op een terrasje heerlijk ontspannen lunchen en daarna gaan we even op de markt kijken of we een schoenmaker kunnen vinden die mijn tasje kan maken. Een mannetje pikt ons op, bekijkt het tasje en loopt met ons naar een schoenmaker. Een poosje wachten en klaar is kees. 15 Dirhans armer maar de koning te rijk lopen we weer terug. De wegwijzer heeft een souvenirs winkeltje waar hij juwelen verkoopt. We bekijken van alles en Jan koopt wat stukken. Ik zie een prachtig armbandje met een kettinkje waar een ring aan zit. Dat zal onderhandelen worden denk ik. En DAAR kan ik ijzersterk in zijn. We hebben nog de gebreide kleding van de dames uit De Rips en besluiten deze aan de kinderen van deze man en zijn compagnon te geven. We rijden achter de taxi aan naar zijn huis. Het is er armoedig. De kleine kinderen zijn erg verlegen maar passen de kleding en ze zijn er blij mee.Dan terug naar de camping waar ook de zandrijders aankomen. Een van de wagens, de Sannyong, heeft versnellingsbak problemen verder valt het allemaal mee gelukkig. Dat is werk voor morgen. Nu eten in de tent op de camping en dan naar bed.De armband kost in plaats van de 600 Dirhans die hij vroeg uiteindelijk 200 Dirhans. Dus goed gedaan.Morgen inkopen doen met Toon Meulenpas voor de bbq op de markt. Dat gaat leuk worden.
Dag 8 Zondag 17 februari 2019
Ik loop met de verslagen een paar dagen achter. We hebben een fantastische tocht gemaakt vanaf Midelt naar Merzouga en in een super de luxe hotel geslapen. Her diner was zo overdadig dat niemand maar dan ook werkelijk niemand van elke schaal iets kon proeven.Louisito en Alec sliepen in hun tent en de rest van de jongens in een kamer. Wij, Willem en Rimmer hadden ook kamers. De volgende morgen gingen de 4-wheel drives de Sahara in om zand te rijden.Onder begeleiding van een gids. 11 auto’s die wij, achterblijvers, uitzwaaiden.De 2-wheel drives gingen even later ook op weg maar via de asfalt weg naar Zagora. Ook een fantastische rit waar we van genoten hebben. Onderweg hebben we gegeten in een palmbomerij (een palmen boomgaard) waar we bij een irrigatie goot met snel stromend water onze meegebrachte brood, tonijn en een gekookt ei nuttigden.Daarna verder door de Dra vallei. Een schittetende natuur en prachtige kasbahs.Bij Zagora aangekomen werden we door domdom de nieuwe rondweg op gestuurd en zagen we Zagora nu eens van de heel andere kant. Ook een mooie weg dus.Bij de camping kregen Jan en ik een kamer toegewezen op het dak van het portiershuis. Prima kamer met een klein “huisje” binnenin waar het toilet in is. De jongens met zijn allen op 1 grote kamer beneden en Willem en Rimmer een kamer in het huis helemaal achteraan op de camping.De eigenaar van de vaste garage, Jabout, kwam al direct om te vragen wat er voor werk voor hem was. De Volvo moet nieuwe schokdempers hebben en verder worden alle wagens even gecontroleerd morgen.We hebben in het hotel naast de camping gegeten maar dat viel zwaar tegen.Toen naar bed om te slapen. Iedereen was moe.
Dag 7 Zaterdag 16 februari 2019
Na de koude nacht in Midelt gaan we om 8 uur ontbijten. Het ochtendgloren is een mengeling van kleurschakeringen die ik nog nooit gezien heb. We drinken koffie maar brood is er nog niet. Na de koffie gaan we op pad. Eerst brood kopen en de reis kan beginnen. Merzouga is nog 286 km volgens de tomtom. In Midelt is de tomtom wel even de weg kwijt. Ik ga op gevoel naar link, het Zuiden, en we komen door de prachtige anti-Atlas. Ook een gebergte maar minder hoog en geen sneeuw meer op de bergen. Via Erfoud komen we in de Ziz vallei, een schitterende langgerekte oase waar men op 3 niveaus van alles teelt. Te beginnen met hoge dadelpalmen die genoeg schaduw werpen om laagstammige fruitbomen te kunnen kweken zoals perziken en kersen om dan op de grond nog groenten en hennep te kweken. Aan de rand van de rivier eten we ons brood. De rivier is hier heel ondiep en de jongens met de 4-wheel drive gaan erdoor en komen weer terug. DIT is avontuur. Zij willen graag een tijdje offroad rijden. Even ontspannen en spelen. Jan wijst hen aan op de kaart hoe ze moeten rijden naar het dorpje aan de overkant. Na een tijdje reageren ze niet meer via het bakkie. We krijgen een appje, ze zitten vast in de rivier. Jan en ik gaan zoeken en de rest blijft wachten. Na een tijdje zoeken vinden we ze aan de overkant!? van de rivier. Ondertussen zijn de jongens bezig een tractor te regelen. Die trekt ze los uit de rivier en naar de weg toe. Eind goed al goed, het was een prachtig avontuur. We moeten nog een heel eind naar Merzouga. Bij El Rachidia gaan we dwars door de stad, onder een prachtige stadspoort door en door het centrum. Het is een echte handelsstad en er zijn veel mensen op de been. Dan krijgen we de dorre vlakte met grijze graffel. We moeten van de asfaltweg af om bij het hotel te komen. Maar het hotel, een Kashbah waar zelfs een zwembad is, is geweldig. Sommige jongens springen het zwembad in maar komen er net zo snel weer uit want het is ijskoud water. We nemen lachend wat foto’s van deze helden. Een deel van de jongens gaat in hun tent slapen terwijl een ander deel een kamer neemt. Het diner is verrukkelijk en overdadig. We praten nog een poosje na en kijken dan een tijdje naar een aantal muzikanten. Dan is het tijd om naar bed te gaan. Morgen gaan er 12 auto’s het zand in en wij gaan door naar Zagora waar de zandrijders overmorgen ook aan zullen komen. Maar eens kijken wat we onderweg zoal tegen gaan komen morgen.
Dag 6 Vrijdag 15 februari 2019
Het is een koude
nacht geweest maar uiteindelijk hebben we toch goed geslapen. Het
ontbijt is overdadig en geweldig. En dat alles voor de prijs van € 160
in het totaal voor ons twaalven. Krankzinnig natuurlijk maar ook wel
fijn zeker voor de studenten.We
vertrekken om 9 uur naar Meknes waar we bij twee verschillende garages
de Volvo van nieuwe veren laten voorzien en de Suzuki van een nieuw
ijzeren brandstoffilter.Het
weer is grandioos, we lopen rond in ons t-shirtje en genieten met volle
teugen van de warme zon. Er is bij de garage voor de Volvo een klein
café waar wij ons te goed doen aan koffie en gretig gebruik maken van de
niet al te schone hurk wc.
Een
Gambiaanse vriend van ons studeert in Meknes en hij komt hier ook
naartoe. Het is heerlijk om hem weer te zien en te spreken. Hij studeert
hard en heeft zijn eerste trimester afgesloten met heel hoge cijfers
waardoor hij nu een weekje vrij is. Het kon niet mooier uitkomen.We
eten bij de auto’s onze lunch van oud brood met komijnekaas van Jan. En
zijn blij als we eindelijk om 16.00 uur kunnen gaan rijden. We willen
eigenlijk tot aan Midelt rijden maar dat is wel een heel eind de Atlas
in dus weten we niet of we dat wel zullen halen.Jan
begint met rijden maar hij is moe en we wisselen van plaats op een
parkeerplaats met een prachtig uitzicht over een groen dal. In de verte
schitteren de hoge bergen bedekt met sneeuw. Verder dan maar weer. Jan
gaat een poosje slapen terwijl ik flink de gang erin houd. Onderweg
kijken we natuurlijk onze ogen uit maar deze totaal verschillende wereld
om ons heen.
Bergje op en bergje af gaat het in rap tempo.We
halen in als het kan of blijven achter een vrachtwagen hangen die niet
harder kan dan 25 km per uur de berg op. Maar het maakt niet uit, het is
mooi om ons heen en we schieten toch best lekker op.Jan
wordt wakker en is verbaast dat we al zover gekomen zijn. We halen
Midelt net voor het donker wordt en vinden een hotel door aan iemand te
vragen die langs de kant van de weg staat. Hij rent voor onze auto uit
en ik heb moeite om hem bij te houden.Het
hotel is prima. Niks aan luxe maar een goed bed en warm water voor een
douche is perfect. We eten gezellig in een restaurantje niet ver van het
hotel en genieten van de rust voor dat moment.De jongens gaan nog even naar een winkeltje kijken maar ik ga terug met Jan en Willem omdat ik ook nog schrijven wil.Alles bij elkaar een zeer vruchtbare dag waarin van alles is gebeurd en we weer een mooi stuk gevorderd zijn.Morgen
een beetje de toerist uithangen en zorgen dat we nog zo’n kleine 300 km
rijden. Maar dat is voor morgen nu eerst maar eens slapen.
Dag 5 Donderdag 14 februari 2019
De bungalow waarin wij verblijven is super. Dat de airco ook warme lucht kan blazen nog een schepje extra super. De wind van gisteren lijkt een heel klein beetje geluwd maar toch nog Westerstorm. De briefings van gisteravond hebben zijn werk gedaan. We staan allemaal om uiterlijk 7.30 uur voor de poort. Toch is het al 7.50 uur voor de laatste de camping af rijd.We rijden na een klein uurtje wachten de pont op en vullen de visa briefjes in. Jan wordt afgewisdeld in de rij wachtenden om in de 62 ( foutje 63, de verslaggeefster vergat zichzelf) paspoorten het stempel en het nummer te krijgen.Alles gaat vlot. We genieten van de hekgolven die deze uit de kluiten gewassen catamaran produceerd en leunen tegen de wind in.Op het douane terrein aan de overkant blijken de regels weer veranderd en hoeven de chauffeurs niet meer met loopbriefjes de loketten af maar krijg he het papiertje van doorvoer van de auto aan het loket bij de uitgang.De vrachtwagen van groep wit heeft de pech dat zij alles uit de wagen moeten halen en een soort borg moeten betalen voor ze door mogen.Het blijkt ook dat de tijd in Marokko gelijk getrokken is met Europa. Dus geen uur verschil meer in de winter.Deze keer rijden we langs de kust naar het zuiden om ter hoogte van LachazeIk probeer een leuk hotel te vinden en te boeken dat op de afstand van het donker worden ligt. Dat lukt weer maar we hebben geen flauw idee waar het precies is want domdommertje kan het niet vinden. En de link van de site werkt niet.De laatste 10 km die we rijden in de richting die Jan als aankomst punt heeft weten te markeren gaat over een steeds smaller wordend maar vooraf steeds meer kuilen en geulen EN met een helling van (schat ik) zo’n 24%.Maar het resultaat is prachtig. Ons hotel blijkt in een dorpje te zijn in een oud deel. Honderd traptreden of meer in huis. Allemaal geplaveid met gladde mozaïek tegeltjes. Echt fantastische gastvrije mensen die ons welkom heten. Om te eten gaan we lopend het dorp in. Je kunt eten en drinken te kust en te keur vinden. Het is heerlijk.Dan terug naar Kasseba Sinhaji. Lekker gaan slapen, Jan en ik in de kelder hahaha. Wat de dag morgen brengen zal? Ik zou het niet weten, we gaan het zien.
Dag 4 Woensdag 13 februari 2019
We hebben prima geslapen in het hostel in Mérida en omdat we pas om 8 uur gaan ontbijten in een restaurantje direct onder het flatgebouw waar wij sliepen maak ik Jan pas om 7.45 uur wakker. Hij heeft geen wekker gezet en daar heeft hij groot gelijk in.Na het heerlijke ontbijt met een broodje met Serrano ham zo met het mes gesneden, gaan we op pad. Dat heeft wel wat voeten in de aarde want de auto’s staan verspreid over diverse straten.De zon schijnt en het lijkt zelfs warm te worden. Ik heb mijn trui verruild voor een t-shirt. We rijden richting het zuiden en komen door het haven gebied van Sevilla. Een prachtige stad waar eens in de 20ste eeuw een wereldtentoonstelling was. Daar staat langs de snelweg een mooie toren en over het bakkie speculeren wij wat het zal zijn. Een watertoren? Een woontoren of misschien wel een kantoren flat. We houden het erop dat het wel een watertoren zal zijn.Verder gaat het en het laatste stuk naar Tarifa over een mooie tweebaansweg waar je niet harder mag dan 90.Het uitzicht is schitterend en het rijden gaat snel.We komen al om 13.45 uur aan. Jan en ik gaan de auto maar eens opruimen zodat we beter bij de gebruiksspullen kunnen komen.Symen gaat aan de slag om de dynamo weer werkend te krijgen.Jan wast de geknoeide sinas van de achterkant van de auto en ik ga zitten schrijven.Vanavond een briefing met de groepsleiders om hen te instrueren over de douane formaliteiten van morgen. Het was weer een prachtige dag vandaag. De laatste in Europa morgen op naar Marokko. Dat gaat weer een avontuur worden.
Dag 3 Dinsdag 12 februari 2019
Na heerlijk te hebben
geslapen hebben we een perfect ontbijt. We hoeven vandaag pas om 9 uur
te vertrekken om ongeveer 700 km te gaan rijden richting het zuiden naar
Mérida.Het is
een prachtige morgen, al krijgen we na ongeveer 40 km wel te maken met
mist. We schieten lekker op. De Mercedes wordt, na een tol stop,
aangehouden door de politie maar dat is alleen omdat zij natuurlijk hun
lichten niet aan gedaan hebben.Na
een uurtje begint de zon te schijnen en rijden wij door een prachtig
landschap richting het zuid westen. Het is hier wel erg kaal en droog
maar soms staan er pijnbomen die net de eentonigheid in het landschap
onderbreken. We lunchen met een broodje en drinken koffie bij een
wegrestaurant en een half uurtje later wordt het weer tijd voor accuutje
verwisselen. We mopperen natuurlijk dat dat ook wel tijdens de
lunchpauze had gekund maar ach wat maakt het uit, we hebben vandaag niet
veel haast.Gelukkig
zijn er geen mankementen te melden aan andere auto’s in onze groep en
is de stemmig meer dan goed te noemen. Een plaspauze aan de kant van de
weg en nog een keertje accuutje wisselen is eigenlijk wel leuk. We
beginnen eraan te wennen.
We
slapen vannacht in hostel Anas in Mérida n het blijkt dat de groepen
blauw en wit hetzelfde idee hebben gehad. Zij zitten wel op andere
locaties in Mérida dus zullen we elkaar morgen onderweg wel tegenkomen.Morgen
gaan we naar de zuidkust waar alle groepen elkaar treffen in Tarifa om
overmorgen op de pont te stappen naar Afrika. We gaan het meemaken.
Dag 2 Maandag 11 februari 2019

Het was me een dag vandaag. Eerst heerlijk ontbeten bij de camping/herberg en op pad om 8 uur. We hebben een lange rit voor de boeg want we willen tot onder Biarritz in Spanje komen. Het weer is opgeklaard gelukkig. Soms nog een buitje maar dat mag geen naam hebben.De Mercedes van Symen, Igor en Brum heeft een mankement, de dynamo heeft kuren en de accu loopt dus leeg. En dat terwijl we zo’n 1000 km of meer voor de boeg hebben.Om kort te gaan de Volvo en Mercedes gaan accuutje wisselen doen. Als de accu leeg is wordt de in de Volvo opgeladen accu overgezet en de lege opnieuw opgeladen in de Suzuki. Kunstje gelukt dus weer verder.Iedereen wordt natuurlijk moe en er wordt door deze en gene soms wat nors gereageerd over het bakkie. Logisch allemaal. Ik maak via booking.com een hotel reservering in Zarautz 60 km over de grens met Spanje en aangezien de tomtom zijn best doet komen we tot in de straat. Aangezien ik vergeten ben het huisnummer in te voeren en het niet zo snel meer weet vliegen Jan en ik elkaar even in de haren.Nu ja, we zijn ook maar mensen.De kamers zijn prima en we zijn moe dus snel gaan slapen.Morgen ongeveer 700 km verder maar dat laat ik morgen wel horen.
Dag 1 Zondag 10 februari 2019

We vertrekken om 12.25 uur van het kerkplein in Bakel waarbij wij bezielend worden toegesproken door Amber Huizinga en Michiel van Veen, de burgervader van Gemert en Bakel. Het regent net niet bij vertrek maar even onderweg gaat de schuif open en het weer is bagger tot aankomst in Thonnance-des-Moulins in Frankrijk ongeveer 500 km naar het zuiden.Onderweg heeft een van de auto’s in een ander team al 2 klapbanden opgelopen en is er in weer een ander team een auto met wat gepiep in de wiellagers. Eén van onze wagens heeft wat vermogen verlies maar niks om over naar huis te schrijven. Kortom een geslaagd vertrek en goede aankomst op onze eerste overnachtingsplaats.Heerlijk gegeten en morgen weer vroeg op pad. Een zeer lange rit maar zeker de moeite waard.Gambia …. here we come….
Meer weten: Klik hier